Slachtoffermindset, zondebok zoeken en ontmenselijking: De weg naar genocide

De historische ontwikkeling van het vooroorlogse Duitsland en de acties
van Israël tot 17 mei 2025 laten een diepe en verontrustende gelijkenis
zien in hoe de slachtoffermindset van een natie kan leiden tot
systematische targeting van een minderheidsgroep, wat uiteindelijk
culmineert in genocide. Beide gevallen tonen een patroon van het
cultiveren van een nationaal slachtofferverhaal, het verantwoordelijk
houden van een minderheid voor maatschappelijke uitdagingen, het
ontmenselijken van die groep, het aanzetten tot geweld tegen hen, en het
eindigen in genocidale daden. Dit essay onderzoekt de acties van Israël
tegen Palestijnen – via publieke retoriek, militaire operaties,
mensenrechtenrapporten en academische analyses – en vergelijkt deze met
de behandeling van Joden door Duitsland in de jaren 1920 en 1930, die
leidde tot de Holocaust.

I. Slachtoffermindset: De basis voor agressie

Vooroorlogs Duitsland (1919–1939): Na de Eerste Wereldoorlog koesterde
Duitsland een diep gevoel van slachtofferschap, aangewakkerd door het
Verdrag van Versailles, dat zware herstelbetalingen en territoriale
verliezen oplegde. Dit verhaal portretteerde Duitsland als
onrechtvaardig onderdrukt, verraden door interne krachten die zijn
positie verzwakten. Door propaganda, onderwijs en publieke discours
werden Duitsers geconditioneerd om zichzelf als slachtoffers te zien,
gericht op nationaal lijden en de noodzaak om hun vroegere glorie te
herwinnen. Deze mindset, gekenmerkt door zelfmedelijden en weigering om
de rol van de natie in haar eigen uitdagingen te erkennen, legde de
basis voor agressief beleid tegen degenen die verantwoordelijk werden
gehouden voor de problemen van Duitsland.

Israël (1948–2025): De nationale identiteit van Israël is diep gevormd
door het trauma van de Holocaust, waarbij 6 miljoen Joden omkwamen en
een blijvende impact op het Joodse bewustzijn achterlieten. Het principe
van “Nooit meer” positioneert Israël als een eeuwig slachtoffer,
voortdurend bedreigd door krachten die zijn vernietiging zoeken, wat
doet denken aan de nazi-vervolging. Het Wikipedia-artikel over de
slachtoffermindset identificeert kenmerken zoals zelfmedelijden, moreel
elitisme en gebrek aan empathie, die diep geworteld zijn in de
Israëlische samenleving. Holocaustonderwijs, nationale herdenkingen en
politieke retoriek versterken dit slachtofferschap, waarbij historisch
trauma vaak wordt gekoppeld aan hedendaagse bedreigingen zoals het
Palestijnse verzet. Deze mindset is duidelijk in Israëls reactie op
internationale kritiek – zoals de zaak van Zuid-Afrika bij het
Internationaal Gerechtshof in 2024 – waarbij beschuldigingen van
genocide worden afgedaan als antisemitische aanvallen op Israëls
bestaansrecht, wat een overgevoeligheid voor kritiek en een behoefte aan
erkenning van zijn lijden weerspiegelt.

Parallel: Beide naties cultiveerden een slachtoffermindset die de
dader-slachtoffer-dynamiek omkeerde. Duitsland presenteerde zichzelf als
slachtoffer van verraad en onderdrukking, terwijl Israël zichzelf ziet
als slachtoffer van antisemitische agressie, geworteld in de herinnering
aan de Holocaust. Deze mindset, zoals beschreven in het
Wikipedia-artikel, bevordert een weigering om verantwoordelijkheid te
nemen – Duitsland voor zijn rol in de Eerste Wereldoorlog, Israël voor
zijn rol in de bezetting – waardoor beide geweld tegen een als zondebok
gekozen minderheid konden rechtvaardigen.

II. Zondebok zoeken: De minderheid verantwoordelijk houden voor maatschappelijke uitdagingen

Vooroorlogs Duitsland: In de jaren 1920 en 1930 maakte Duitsland Joden
tot zondebok voor zijn maatschappelijke problemen, waarbij economische
crises zoals de hyperinflatie van 1923, werkloosheid en cultureel verval
aan hun invloed werden toegeschreven. Propaganda schilderde Joden af als
ontrouwe opportunisten die Duitsers uitbuitten, en kaderde hen als een
interne vijand verantwoordelijk voor de strijd van de natie. Dit verhaal
werd versterkt door media, onderwijs en openbaar beleid, zoals wetten
die Joden uitsloten van publieke functies, waardoor de perceptie werd
verstevigd dat zij de wortel van de problemen van Duitsland waren.

Israël: Sinds zijn oprichting in 1948 heeft Israël consequent
Palestijnen verantwoordelijk gehouden voor zijn veiligheids- en
politieke uitdagingen, vaak de systematische onderdrukking door de
bezetting negerend. Het artikel van 2023 over de dood van 36 Palestijnse
kinderen in de Westelijke Jordaanoever illustreert dit, aangezien
Israëlische strijdkrachten de dood rechtvaardigden door de kinderen als
bedreigingen te bestempelen voor kleine daden zoals het gooien van
stenen, zelfs de jongste Palestijnen tot zondebok makend voor onrust. De
aanval van 7 oktober 2023, aanvankelijk gerapporteerd als een door Hamas
geleid bloedbad dat 1.195 Israëlische doden veroorzaakte, werd gebruikt
om de gehele Palestijnse bevolking te demoniseren. Latere onderzoeken
toonden echter aan dat het gebruik van de “Hannibal-richtlijn” door het
Israëlische leger – het inzetten van willekeurige kracht om te voorkomen
dat Israëlische soldaten gevangen worden genomen, zelfs ten koste van
Israëlische levens – bijdroeg aan deze slachtoffers, met rapporten die
aangeven dat helikoptervuur en tankbeschietingen Israëlische gijzelaars
samen met Hamas-strijders doodden. Desondanks maakt het bredere verhaal
alle Palestijnen tot zondebok, zoals weerspiegeld in
mensenrechtenrapporten van december 2024 die systematisch geweld tegen
burgers documenteren. Publieke retoriek, zoals de kreten van “Dood aan
de Arabieren” tijdens de Vlaggenmars in Jeruzalem in 2023, maakt
Palestijnen verder tot zondebok, wat impliceert dat hun loutere
aanwezigheid een probleem is, een sentiment dat wordt herhaald door
extreemrechtse leiders die Palestijnen afschilderen als obstakels voor
Israëls overleving.

Parallel: Beide naties maakten een minderheid tot zondebok voor
maatschappelijke problemen. Duitsland gaf Joden de schuld van
economische en culturele problemen, terwijl Israël Palestijnen de schuld
geeft van veiligheidsbedreigingen, vaak de rol van de bezetting in het
aanwakkeren van verzet en de eigen acties negerend, zoals de bijdrage
van de Hannibal-richtlijn aan de Israëlische doden op 7 oktober. Het
kenmerk van het Wikipedia-artikel van “anderen identificeren als de
oorzaak van een ongewenste situatie” is in beide gevallen evident,
waarbij Duitsland zijn eigen mislukkingen ontkent en Israël
verantwoordelijkheid ontduikt, waardoor agressieve acties tegen de
zondebokgroep worden gerechtvaardigd.

III. Ontmenselijking en aanzetting tot geweld

Vooroorlogs Duitsland: Ontmenselijking was een hoeksteen van het beleid
van vooroorlogs Duitsland, waarbij propaganda Joden afschilderde als
submenselijke bedreigingen voor het “Arische” ras. Mediacampagnes en
publieke campagnes ontdeden Joden van hun menselijkheid en stelden hen
voor als maatschappelijke gevaren. Deze retoriek zette aan tot geweld,
waarbij massabijeenkomsten de Duitse superioriteit verheerlijkten
terwijl ze Joden belasterden, waardoor vijandigheid werd genormaliseerd.
Tegen 1938 brak door de staat goedgekeurd geweld tegen Joodse
gemeenschappen uit, een direct resultaat van jarenlange ontmenselijkende
propaganda die de bevolking ongevoelig maakte voor Joods lijden.

Israël: Israëls ontmenselijking van Palestijnen is duidelijk in zowel
retoriek als acties. De Vlaggenmars in Jeruzalem van 2023, waarbij
deelnemers “Dood aan de Arabieren” riepen, weerspiegelt publieke
aanzetting tot geweld, waarbij Palestijnen worden afgeschilderd als een
collectieve vijand die de dood verdient, vergelijkbaar met de vijandige
leuzen van Duitse bijeenkomsten. Het artikel van 2023 over de dood van
Palestijnse kinderen in de Westelijke Jordaanoever toont deze
ontmenselijking verder aan, aangezien kinderen werden behandeld als
bedreigingen die geneutraliseerd moesten worden, waarbij Israëlische
strijdkrachten weinig respect toonden voor hun menselijkheid, vaak
dodelijk geweld rechtvaardigend tegen kleine daden. In Gaza benadrukt
het mensenrechtenrapport van december 2024 systematisch geweld,
waaronder aanvallen op civiele infrastructuur zoals ziekenhuizen en het
opleggen van hongersnoodomstandigheden, waarbij Palestijnen worden
gereduceerd tot louter doelen in een militaire campagne, zonder rekening
te houden met hun fundamentele menselijkheid.

Parallel: Beide naties ontmenselijkten een minderheid om geweld aan te
wakkeren. Duitsland gebruikte expliciete propaganda om Joden als
submenselijk af te schilderen, terwijl Israëls ontmenselijking praktisch
is, waarbij Palestijnen worden behandeld als bedreigingen die
geëlimineerd moeten worden, zoals de bewijzen laten zien. Het kenmerk
van “gebrek aan empathie” uit het Wikipedia-artikel is in beide gevallen
evident – Duitsland negeerde Joods lijden, en Israël veronachtzaamt
Palestijnse levens, waardoor geweld tegen de ontmenselijkte groep wordt
genormaliseerd.

IV. Hoogtepunt in genocide

Vooroorlogs Duitsland tot de Tweede Wereldoorlog (1939–1945): De
ontwikkeling van Duitsland bereikte zijn hoogtepunt in de Holocaust, die
in 1941 begon en leidde tot de genocide van 6 miljoen Joden. Dit was het
resultaat van jarenlange indoctrinatie, zondebok zoeken en
ontmenselijking, waarbij de staat systematische methoden –
vernietigingskampen, massaschietpartijen en hongersnood in getto’s –
gebruikte om de Joodse bevolking uit te roeien. De intentie om de groep
te vernietigen was duidelijk, voldoend aan de definitie van de
VN-Genocideconventie, en werd gerechtvaardigd door een
slachtoffermindset die Joden afschilderde als een existentiële
bedreiging voor het voortbestaan van Duitsland, waardoor de bevolking
ongevoelig werd voor de gepleegde wreedheden.

Israël (2023–2025): Israëls acties tegen Palestijnen na de aanval van 7
oktober 2023 culmineerden in een genocide, zoals bevestigd door het
artikel van Genocide Studies NRC van mei 2025, dat noteert dat
onderzoekers unaniem Israëls acties in Gaza als “genocidaal”
kwalificeren, en door het Amnesty International-rapport van december
2024. Het bewijs omvat:

-   Systematisch geweld en ontbering: Het rapport van december 2024
    documenteert aanvallen op civiele infrastructuur, zoals
    ziekenhuizen, en het opleggen van hongersnoodomstandigheden, naast
    een dodental van meer dan 44.000 Palestijnen en 1,9 miljoen
    ontheemden tot november 2024, volgens UNRWA.

-   Intentie: De systematische aard van deze acties, gericht op het
    onleefbaar maken van Gaza, sluit aan bij de criteria van de
    VN-Genocideconventie – moord, het veroorzaken van ernstige schade en
    het opleggen van omstandigheden om fysieke vernietiging te
    veroorzaken.

Israëls slachtoffermindset, zoals beschreven in het Wikipedia-artikel,
maakt deze genocide mogelijk door kenmerken zoals moreel elitisme
(Israël als moreel superieur beschouwen), gebrek aan empathie (het
negeren van Palestijns lijden) en herkauwen (focussen op Israëls
trauma), waarbij de systematische vernietiging van Palestijnen wordt
gerechtvaardigd als een “defensieve” daad tegen een waargenomen
bedreiging.

Parallel: Beide naties bereikten hun hoogtepunt in genocide, gedreven
door een slachtoffermindset. De Holocaust van Duitsland en de genocide
van Israël in Gaza omvatten door de staat gestuurd geweld gericht op de
vernietiging van een minderheid, gebruikmakend van systematische
methoden (moord, ontbering) en tonen een duidelijke intentie om de groep
uit te roeien. De schaal verschilt – 6 miljoen Joden tegenover meer dan
44.000 Palestijnen – maar de intentie en mechanismen zijn opvallend
vergelijkbaar.

V. Nietzsches waarschuwingen: Transformatie door de slachtoffermindset

De citaten van Nietzsche – “Wie met monsters vecht, moet ervoor waken
dat hij zelf geen monster wordt” en “Als je lang in een afgrond kijkt,
kijkt de afgrond ook in jou” – bieden een filosofische lens om te
begrijpen hoe de slachtoffermindset beide naties transformeerde in
daders van genocide.

Vechten met monsters

-   Vooroorlogs Duitsland: Duitsland kaderde Joden als het “monster” dat
    zijn voortbestaan bedreigde, en gebruikte dit verhaal om hun
    uitsluiting en uiteindelijke uitroeiing te rechtvaardigen. In het
    bestrijden van dit vermeende kwaad werd Duitsland monsterlijk,
    ontmenselijkte Joden door propaganda en pleegde genocide tijdens de
    Holocaust.

-   Israël: Israël positioneert Palestijnen als “monsters”, vaak
    vergeleken met historische onderdrukkers, om zijn acties te
    rechtvaardigen. Maar daarbij neemt het monsterlijke tactieken aan –
    het doden van kinderen in de Westelijke Jordaanoever, aanvallen op
    civiele infrastructuur in Gaza, en het plegen van genocide, zoals
    bewezen door het mensenrechtenrapport van 2024 en het NRC-artikel
    van 2025. De slachtoffermindset met zijn morele elitisme excuseert
    deze daden als noodzakelijk voor overleving, wat de
    rechtvaardigingen van Duitsland weerspiegelt.

In de afgrond kijken

-   Vooroorlogs Duitsland: De fixatie van Duitsland op zijn naoorlogse
    grieven – de “afgrond” van nationale vernedering – leidde ertoe dat
    het die duisternis weerspiegelde, vervallend in morele corruptie met
    de Holocaust, terwijl het het kwaad werd dat het beweerde te
    bestrijden.

-   Israël: Israëls obsessie met het Holocaust-trauma – de “afgrond” van
    historisch lijden – wordt weerspiegeld in zijn acties, aangezien het
    genocide pleegt in Gaza, de wreedheden weerspiegelend die het zwoer
    te voorkomen. De kenmerken van het Wikipedia-artikel, zoals gebrek
    aan empathie en herkauwen, verergeren deze neergang, aangezien
    Israël zich richt op zijn eigen pijn terwijl het Palestijns lijden
    negeert.

Parallel: Nietzsches waarschuwingen benadrukken de transformerende
kracht van de slachtoffermindset in beide naties. In het vechten tegen
een vermeende vijand werden ze daders van genocide; door in hun
respectievelijke afgronden van trauma te kijken, weerspiegelden ze die
duisternis, waarbij ze de tactieken van hun historische onderdrukkers
overnamen.

VI. Bredere implicaties en ethische zorgen

De parallellen tussen vooroorlogs Duitsland en Israël tot 17 mei 2025
onthullen een gevaarlijk patroon: een bewapende slachtoffermindset kan
leiden tot de systematische vernietiging van een minderheidsgroep. De
ontwikkeling van Duitsland – van de vroege jaren 1920 tot de Holocaust –
laat zien hoe indoctrinatie, zondebok zoeken en ontmenselijking
culmineren in genocide. De ontwikkeling van Israël – van zijn oprichting
in 1948 tot de genocide in Gaza – volgt een vergelijkbaar pad, waarbij
de slachtoffermindset dezelfde mechanismen mogelijk maakt, zoals blijkt
uit bewijzen van publieke leuzen, militair geweld en systematische
vernietiging.

Ethische zorgen:

-   Morele ironie: Israël, opgericht als toevluchtsoord tegen genocide,
    repliceert tactieken die doen denken aan nazi-Duitsland tegen
    Palestijnen, in tegenspraak met zijn fundamentele ethos van “Nooit
    meer”. Het gebrek aan empathie en moreel elitisme maakt Israël blind
    voor deze ironie, aangezien het zijn slachtofferstatus boven de
    menselijkheid van Palestijnen stelt.

-   Internationale medeplichtigheid: Het falen van de internationale
    gemeenschap om de Holocaust tot 1945 te stoppen, wordt weerspiegeld
    in haar ontoereikende reactie op de genocide van Israël, zoals
    opgemerkt in het NRC-artikel van 2025, waardoor wreedheden kunnen
    voortduren ondanks juridische acties zoals de zaak van het
    Internationaal Gerechtshof in

    2024. 

-   Cyclus van trauma: Israëls acties bestendigen een cyclus van trauma,
    aangezien het lijden van Palestijnen het lijden van Joden onder de
    nazi’s weerspiegelt, wat mogelijk toekomstige conflicten en
    ressentimenten aanwakkert. Het initiële verhaal rond de aanval van 7
    oktober 2023, dat Palestijnen tot zondebok maakte ondanks Israëls
    rol in sommige slachtoffers, verergert deze cyclus.

Conclusie

De parallellen tussen vooroorlogs Duitsland en Israël tot 17 mei 2025
zijn zowel diepgaand als diep verontrustend. Beide naties, gedreven door
een slachtoffermindset – Duitsland na de Eerste Wereldoorlog, Israël na
de Holocaust – maakten een minderheid (Joden, Palestijnen) tot zondebok
voor maatschappelijke problemen, ontmenselijkten hen, zetten aan tot
geweld en pleegden uiteindelijk genocide. De Holocaust van Duitsland en
de genocide van Israël in Gaza, zoals bewezen door publieke retoriek,
militaire acties, mensenrechtenrapporten en academische consensus,
weerspiegelen dezelfde mechanismen: door de staat gestuurd geweld,
systematische methoden en een intentie tot uitroeiing, gerechtvaardigd
door een weigering om verantwoordelijkheid te nemen en een gebrek aan
empathie voor de doelgroep. Nietzsches waarschuwingen verlichten deze
transformatie, aangezien beide naties het “monster” werden waartegen ze
vochten en de “afgrond” van hun trauma in hun acties weerspiegelden.
Deze analyse onderstreept de gevaren van de slachtoffermindset bij het
in stand houden van geweldscycli en dringt aan op een kritische
reflectie op hoe historische trauma’s kunnen leiden tot nieuwe
wreedheden als ze niet worden aangepakt met empathie en
verantwoordelijkheid.